Enkele jaren na het begin van de bouw was het nodig om een tweede kerkelijke ruimte te bouwen. Dit werd de twee beukige St. Georgskapelle, waarvan de bouw reeds in 1337 begon en op 1 mei 1341 werd ingewijd. Ze diende aanvankelijk voor de St. George orde, de adelijke ridderorde, als vergaderzaal. Deze functie beklede de ruimte tot 1400. Daarnaast werd het gebruikt als bidruimte voor de kloostergemeenschap.
De kapel is circa 20 meter lang, 11 meter breed en 12 meter hoog en heeft twee schepen met een koor met beide een hoogaltaar. Hoewel er meer voorbeelden zijn van dergelijke bouw in Wenen, is het toch het oudste bewaarde bouwwerk in de stad met twee hoogaltaars. De reden voor deze twee koren is mogelijk te vinden in het dubbel gebruik als kerk en ruimte voor de St. George orde.
Hoewel de kapel volledig van de zeven treden hoger liggende kerk gescheiden is, staat ze toch onder de bouwinvloed van de Augustinerkerk. Mogelijk zijn beide bebouwen door dezelfde bouwmeester gebouwd. De kapel is echter veel minder verbouwd in de loop der eeuwen dan de kerk, waardoor deze in vrijwel originele staat te zien is.
De kapel heeft in de loop van de tijd voornamelijk gediend als begraafplaats voor hoge functionarissen van het hof, zoals Maria Theresia's befaamde veldheer, Graf Leopold Dann, die Frederik de Grote in de Slag bij Kolin versloeg.
Tevens zien wij er het grafmonument van keizer Leopold II (1790-1792), de broer en opvolger van keizer Joseph II. Deze keizer is echter niet hier, doch in de Kapuzinergruft bijgezet.
Graf van Van Swieten
Ook Maria Theresia's beroemde Hollandse lijfarts en politicus, Van Swieten, heeft in deze kerk zijn laatste rustplaats gevonden.
Voor bezoekers die via zoekmachines of rechtstreekse links op een losse pagina terechtkomen, is het met de onderstaande knop mogelijk de indexpagina te benaderen en zo de gehele site te bezoeken.