Dit gedeelte van het Hofburgcomplex is een renaissanceslot gebouwd door keizer Ferdinand I in 1558 voor de hofhouding van zijn zoon Maximiliaan 11. Het wordt Stallburg genoemd, omdat de paarden van het keizerlijke hof in 1565 hier hun stallen kregen.
Sedert keizer Karel VI worden deze stallen ook thans nog uitsluitend gebruikt voor de paarden van de Spanische Hofreitschule.
De stallen | Zadelkamer |
De bovenste verdiepingen herbergden tot 1776 de steeds groeiende schilderijenverzameling van de Habsburgers. Tijdens Maria Theresia werd de Alte Hofapotheke in de Stallburg ondergebracht, terwijl onder haar zoon Joseph II de Hoftheaterverwaltung in de Stallburg haar intrek nam.
Reitschullgasse met stallburg | Binnenplaats |
Zowel de Hofapotheke als de directie van de Oostenrijkse staatstheaters zijn hier nog steeds gevestigd. In 1945 leed de Stallburg enige bomschade, doch deze werd in 1948 hersteld. Tevens voorzag men de Stallburg van een arcade. De prachtige renaissance-hof van de Stallburg gebruikte men in 1960 voor her eerst als openluchttheater.
Op de tweede etage van de Stallburg, helemaal aan het einde van de Redoutenzaal-vleugel, bevindt zich de Neue Galerie (Nieuwe Galerie), een dependance van het Kunsthistorisches Museum. Deze verzameling wordt `nieuw' genoemd omdat ze in de plaats is gekomen van het oude museum voor schilderkunst dat hier in de 17de eeuw was gevestigd en in 1776 door Maria Theresia naar het Belvedere was gebracht |
Een onderdeel van dit deel van de Hofburg is de Alte Hofapotheke. Deze apotheek in de Habsburgergasse is de belangrijkste en beroemdste apotheek van Oostenrijk. Deze Hofapotheke is gesticht door keizerin Maria Theresia en ingericht op aanwijzingen van haar vermaarde Hollandse lijfarts Van Swieten. |
De Hofapotheke werd geleid door 's keizers 13 apothekers. Aan dit ongeluksgetal hebben de Habsburgers altijd vastgehouden. Deze 13 apothekers waren strikt betrouwbaar en behoorden tot de belangrijkste geleerden op het gebied van de farmaceutische wetenschap in Oostenrijk, Hen werd zwijgplicht opgelegd. De leden van het Huis Habsburg waren wettelijk verplicht al hun medicamenten te betrekken van de Hofapotheke en haar filialen. Het doel hiervan was, dat niets zou uitlekken over de ziekten van de leden van het keizerhuis. Bovendien kon men verzekerd zijn, dat steeds de beste en nieuwste vindingen op medisch gebied werden aangewend. De 13 apothekers moesten alle 13 toezien, bij de bereiding van medicamenten, die voor de keizer, de keizerin of de troonopvolger bestemd waren. Eventuele politieke moordaanslagen op deze vorstelijke personen, door het extra toevoegen van schadelijke vergiften in een drank, pil of serum, waren hierdoor uitgesloten. Het archief van de Hofapotheke bevat een volledig overzicht van de geboorte, de ziekte-processen, het overlijden en het balsemen van alle Habsburgers sinds Maria Theresia. Het is strikt geheim en niet toegankelijk voor het publiek.
De Alte Hofapotheke (of Bundesapotheke) was tot voor kort nog steeds een staatsbedrijf. Het leverde alle medicamenten aan alle staatsinstellingen, dus ook aan het leger en de luchtmacht. Maar een paar jaar geleden is het Lippizaner museum er in gekomen. In de apotheek is de museumwinkel gevestigd. Door één van de ruimtes zijn de stallen te zien waar de lippizaner paarden staan.
Voor bezoekers die via zoekmachines of rechtstreekse links op een losse pagina terechtkomen, is het met de onderstaande knop mogelijk de indexpagina te benaderen en zo de gehele site te bezoeken.