In opdracht van keizer Franz Joseph I werd in de jaren 1890-1893 de Michaelertrakt gebouwd naar het ontwerp, dat de beroemde architect Fischer von Erlach, meer dan 150 jaar tevoren getekend had. Het ontwerp is trouwens wel in Berlijn uitgevoerd. De latere staatsbibliotheek aan de "Unter den Linden" is nu nog te zien. Het originele gebouw was veel later klaar dan een kopie.
De reden dat deze vleugel pas zo laat gebouwd is, komt doordat het Burgtheater er nog stond. Ook stonden er nog diverse huizen recht voor de ingang. Slechts het achterste deel van de koepelondersteuning was al gebouwd. Niet echt een waardige ingang voor een keizerlijk paleis.
Keizer Frans Jozef verlaat de Hofburg door de Michaelsdurgfahrt
De façade met de Hercules, beelden en de fonteinen ,Macht zur See" en ,Macht zu Lande" biedt een prachtige aanblik en ook de koepel is een bouwkundig meesterstukje. De gevel geeft de Hofburg een gezicht naar de stad toe.
Op het plein voor de ingang bevinden zich opgravingen uit de Romeinse tijd, maar ook uit latere tijd. Zo zijn ook de fundamenten van de vroegere Lustgarten van de Hofburg terug gevonden.
De opgravingen
Boven de toegangspoort bevind zich een majestueuze koepel. Dit is de verbindingshal tussen een aantal delen van het paleis.
De koepel
Ingang keizerlijke vertrekken
In de Michaelertrakt is de Hofsilberkammer, waar het zilver van de Habsburgse keizers wordt bewaard. Een gedeelte hiervan is ook in de Reichskanzeittrackt te vinden.
Er onder bevindt zich de middeleeuwse Hofburgkeller, waar men kan genieten van wijn en "zither"-muziek. Vaak worden hier studentenfeesten gehouden. In de Michaelertrakt is o.a. ook het Instituut voor Theaterwetenschappen met het Theatermuseum. In dit Theatermuseum. zijn vele herinneringen te zien aan het oude Burgtheater, dat in 1888 plaats moest maken voor de Michaeler Trakt.
Dit Burgtheater werd gebouwd als een keizerlijk balhuis, waar het "Federball"-spel werd beoefend. Keizerin Maria Theresia, zelf een groot liefhebster van toneelspel, liet dit balhuis ombouwen tot een schouwburg. Zo ontstond het "Theater nachst der Burg", waar rondtrekkende Duitse, Franse en Italiaanse toneelgroepen optraden. Meestal werden er kluchten gespeeld, die men ,Hanswurstiaden" noemde.
Zaal oude Burgtheater
De keizerin had hier haar eigen loge, die zij van haar paleis uit kon bereiken. Op een avond vernam zij, dat de gemalin van haar zoon Leopold, bevallen was van een zoon. De dolgelukkige keizerlijke grootmoeder stormde in haar enthousiasme het theater binnen, midden tijdens een voorstelling, en riep van haar loge uit tot de onthutste theaterbezoekers: ,Der Poldi hat ein Bub". Kort daarop verliet zij weer het theater, toegejuicht door de hele zaal. Door haar origineel en ongekunsteld optreden, wist zij zich verzekerd van de liefde van al haar onderdanen, die haar de erenaam "Landesmutter" gaven.
Op 17 februari 1776 verhief haar zoon, keizer Joseph II, het Theater nachst der Burg tot Hof- and Nationaltheater. Het Burgtheater, zoals men het voortaan noemde, zou uitgroeien tot bet belangrijkste theater van de Duitstalige landen. Dit was mogelijk, omdat het ging beschikken over een vast ensemble, bestaande uit een zeer geselecteerd aantal acteurs en actrices met voortreffelijke speelkwaliteiten. Deze acteurs en actrices mochten de titel "Hofschauspieler" dragen en kregen maandelijks een vast salaris, aanvankelijk door het hof, later door de staat uitbetaald. Er ontstond onder hen minder naijver, omdat het niets uitmaakte of men in een bepaald stuk een hoofdrol of een bijrol speelde, want het salaris bleef gelijk. Het Burgtheater is ook thans nog een staatsinstelling en de huidige acteurs en actrices worden als rijksambtenaren beschouwd. De artistieke leiding berust bij de directeur van het Burgtheater, eveneens door de regering benoemt.
De beroemdste directeuren in het oude Burgtheater aan de Michaelerplatz waren Josef Schreyvogel (1814-1832) en Heinrich Laube (1849-1867). Een regeringscrisis windt de Weners minder op, dan een crisis in de leiding van het Burgtheater. Weet men U niet te vertellen, wie de Bundeskanzler is, de directeur van het Burgtheater kent iedereen. De Weners komen niet voor een stuk, maar voor de spelers, die men verafgoodt. De bekende toneelspelers van het Burgtheater krijgen bij hun overlijden dan ook een staatsbegrafenis. Elke Wener leeft mee met het wel en wee van dit theater. Wij kunnen dan ook levendig voorstellen, dat bij de laatste voorstelling in het oude Burgtheater op 13 oktober 1888 een dusdanige stormloop voor kaarten was, dat het verkeer geheel werd gestremd en verscheidene mensen haast worden doodgedrukt. Op deze dag immers speelde bovendien de lievelingsactrice van de Weners, Charlotte Wolter.
In het Alte Burgtheater op de Michaelerplatz werd op 12 november 1797 voor de
eerste maal het ,Gott erhalte" uitgevoerd. Er ging een spanning door de zaal,
toen de bejaarde Haydn met zijn verfijnde gelaatstrekken en grijze pruik het
dirigeerstokje ophief. Statig en ontroerend klonk een lied door de zaal, een
lied, dat men nooit meer zou kunnen vergeten en dat het symbool zou worden van
Oostenrijk. Het is geen ode aan het geweld, zoals de Marseillaise, doch een bede
en een belofte van trouw aan het keizerhuis. Het ,Gott erhalte" was een
verjaardagsgeschenk van Haydn aan keizer Franz. Het bracht zulk een enthousiasme
teweeg, dat het spoedig verheven werd tot het officiële volkslied van
Oostenrijk. Na de dood van keizer Franz werd de tekst enigszins veranderd.
Tijdens de Eerste Oostenrijkse Republiek, werd het "Gott erhalte" eerst als
volkslied afgeschaft, doch later weer ingevoerd met een nieuwe tekst. In 1938
bij de Anschluss werd dit lied door Hitler ten strengste verboden, terwijl
tevens in het voormalige Oostenrijk het Deutschlandlied niet mocht worden
gespeeld, daar deze melo -° uit 1840 ontleend is aan de Haydn hymne. Tijdens de
Tweede Republiek kreeg Oostenrijk de Mozarthymne als volkslied. Dat het ,Gott
erhalte" toch is blijven leven onder het Oostenrijkse volk, blijkt duidelijk als
thans bij herdenkingen dit lied weerklinkt. Gelijk het ,Wilhelmus" in Nederland,
het "God save the Queen" in Engeland en de ,Marseillaise" in Frankrijk, is het ,Gott
erhalte" verweven met de historie, de traditie en het volkskarakter van de
Oostenrijkers.
In 1820 speelde de beroemde violist Paganini in het Alte Burgtheater en kreeg
hij van keizer Franz de titel "Kammervirtuos".
Voor bezoekers die via zoekmachines of rechtstreekse links op een losse pagina terechtkomen, is het met de onderstaande knop mogelijk de indexpagina te benaderen en zo de gehele site te bezoeken.