Paleis Noordeinde is sinds 1984 het werkpaleis van de Koningin
en Prins Claus. Na de inhuldiging van Koning Willem-Alexander wordt het door hem
en Koningin Maxima gebruikt.
Het oudste gedeelte van het Paleis dateert van voor 1512.
Paleis Noordeinde in de ochtendschemering ten tijden
condoleance prins Bernhard
In dat jaar liet de rentmeester van de Staten van Holland, Willem Goudt, op de plek van het Paleis een middeleeuwse hofstede verbouwen tot een groot woonhuis. De kelders van deze hofstede maken nog steeds onderdeel uit van het souterrain van het Paleis.
De oudste bouwfase. De huidige voor- en
middenvestibule en een korte zijvleugel
In 1566 veranderde het woonhuis voor enkele decennia van eigenaar, totdat het in
1591 door de Staten van Holland werd gehuurd en in 1595 gekocht. Het woonhuis
werd ter beschikking gesteld aan de weduwe van Prins Willem van Oranje, Louise
de Coligny en haar zoon Frederik Hendrik. Als dank voor de door Willem van
Oranje bewezen diensten, schonken de Staten het gebouw in 1609 aan zijn familie.
Prins Frederik Hendrik breidde het woonhuis, dat het Oude Hof werd genoemd, fors
uit. Hij kocht diverse stukken grond rond het pand aan, liet het hoofdgebouw
verlengen en aan weerszijden vleugels aanbouwen, zodat het pand de H-vorm kreeg
die het nu nog steeds heeft. Bij de verbouwing waren onder andere Jacob van
Campen en Pieter Post betrokken; zij waren ook verantwoordelijk voor de bouw van
Paleis Huis ten Bosch in 1645.
Na de dood van Frederik Hendrik in 1647 werd het Oude Hof regelmatig bewoond
door zijn weduwe, Prinses Amalia, Gravin van Solms. Toen zij in 1675 overleed,
brak voor het Oude Hof een tijd aan, waarin het weinig gebruikt werd.
Uiteindelijk kwam het Paleis na het overlijden van koning-stadhouder Willem III
in 1702 bij de verdeling van zijn erfenis in handen van de Pruisische koning
Frederik Willem, een nazaat van Frederik Hendrik.
De bouwgeschiedenis van Noordeinde
Koning Frederik de Grote van Pruisen verkocht in 1754 zijn bezittingen in de
Nederlanden aan Prins Willem V. Deze stadhouder liet rond 1785 het bekende
balkon aan de Noordeinde-kant van het Paleis bouwen. Het was echter pas zijn
zoon, erfprins Willem (de latere Koning Willem I), die zich in 1792 weer
vestigde op het Oude Hof. Lang maakte hij echter niet gebruik van het Paleis,
want toen in 1795 de Fransen het land binnen vielen, was het stadhouderlijk
gezin gedwongen uit te wijken naar Engeland. Het Oude Hof werd eigendom van de
Bataafse Republiek. Daarmee werd het Oude Hof nationaal bezit, hetgeen het tot
op de dag van vandaag is.
In 1813 keerde erfprins Willem terug in de Nederlanden en werd hij uitgeroepen
tot soeverein vorst. In de Grondwet werd vastgelegd dat aan de Koning een zomer-
en een winterverblijf ter beschikking dienden te worden gesteld door de Staat.
Aanvankelijk werd voor het winterpaleis gedacht aan nieuwbouw, maar uiteindelijk
werd besloten tot een grondige verbouwing van het Oude Hof. Koning Willem I nam
Paleis Noordeinde in 1817 in gebruik.
Het paleis ten tijden van koning Willem III
Koning Willem I woonde tot zijn abdicatie in 1840 op Paleis Noordeinde. Zijn
opvolger, Koning Willem II, maakte geen gebruik van het Paleis. Koning Willem
III gebruikte Paleis Noordeinde net als zijn grootvader als winterpaleis, hoewel
hij bij voorkeur op zijn zomerpaleis Het Loo in Apeldoorn verbleef. In 1876 gaf
hij de opdracht tot de bouw van de Koninklijke Stallen in de Paleistuin. Ook na
het huwelijk van Koning Willem III met Koningin Emma bleef het Paleis als
winterpaleis in gebruik. Hun dochter, Prinses Wilhelmina, werd in 1880 op
Noordeinde geboren. Na het overlijden van Koning Willem III in 1890 bleven
Koningin Emma en haar dochter het Noordeinde als winterresidentie gebruiken. In
1895 gaf de Regentes de opdracht tot de bouw van het Koninklijk Huisarchief in
de tuin van het Paleis.
In 1901 verhuisde Koningin Emma naar Paleis Soestdijk en bleven Koningin
Wilhelmina en Prins Hendrik als bewoners van Paleis Noordeinde achter. Hoewel
zij Paleis het Loo als zomerresidentie bleven gebruiken, maakte Koningin
Wilhelmina tot aan de Duitse inval in 1940 veel gebruik van het Paleis. Na de
oorlog verkoos de Koningin echter Paleis het Loo en keerde ze niet meer terug
naar het Noordeinde. Wilhelmina heeft geweigerd om nog langer in het paleis te
wonen toen ze terug kwam uit Engeland. Zie had al een hekel aan het gebouw, maar
het was nu gedoezeld door de Duitsers. Ze heeft een keer gevraagd aan Erik
Hazelhoff Roelzema (haar adjudant en bekend onder de naam Soldaat van Oranje) of
hij niet een keer per ongeluk een bommetje had kunnen gooien op het paleis toen
hij nog piloot was. In 1948 werd het middengedeelte van het Paleis door brand
verwoest. De reactie van Wilhelmina op dit nieuws was: "U denkt toch niet dat ik
de brand heb aangestoken?"
Koningin Juliana en Prins Bernhard maakten weinig gebruik van Paleis Noordeinde. Zij gaven de voorkeur aan Paleis Soestdijk als officiële residentie. Wel had een gedeelte van de hofhouding haar werkruimtes in het Noordeinde en tussen 1952 en 1976 was in de noordelijke vleugel van het Paleis het Institute of Social Studies gevestigd. Sinds 1984 wordt het Paleis na een grondige restauratie weer intensief gebruikt als (werk)paleis door Koningin Beatrix en Prins Claus.
1e prinsjesdag vanaf Noordeinde
Paleis Noordeinde is één van de drie paleizen (naast Paleis Huis ten Bosch en
het Paleis te Amsterdam) die door het Rijk bij wet aan de Koningin ter
beschikking worden gesteld.
Bron RVD met eigen aanpassing.
Voor bezoekers die via zoekmachines of rechtstreekse links op een losse pagina terechtkomen, is het met de onderstaande knop mogelijk de indexpagina te benaderen en zo de gehele site te bezoeken.